Interview met Mélanie Mikiels, attaché ‘bewustmaking rond sociaal en democratisch ondernemerschap’ bij hub.brussels

In het kader van zijn tweede barometer van de economische transitie vroeg hub.brussels meer dan 400 Brusselse ondernemingen naar hun kennis, hun opvattingen en hun praktijken op het vlak van circulaire economie en sociaal ondernemerschap. Die concepten, die op sociaal en ecologisch vlak het goede voorbeeld geven, worden administratief en wettelijk gezien het meest erkend in hetBrussels Hoofdstedelijk Gewest. Ze kunnen de Brusselse economische actoren aanmoedigen en inspirerenom zich in te zetten voor de economische transitie.

Waar dient die barometer over de economische transitie bij Brusselse ondernemingen voor?

Hij maakt het mogelijk om te peilen naar de mening van de ondernemers over de economische transitie, en dan in het bijzonder de circulaire economie en het sociaal en democratisch ondernemerschap. De gewestelijke overheidsdiensten en al wie in het algemeen rond transitie werkt, kunnen zo een zicht krijgen op de behoeften van de ondernemingen en de acties van de overheid afstemmen om de verwachtingen van de ondernemers en de doelstellingen van de transitie op een lijn te krijgen.

Maakt de Brusselse economische wereld een transitie door?

Die vraag beantwoorden is moeilijk om twee redenen. Ten eerste: hoewel 9 op 10 bedrijven praktijken rond circulaire economie in de praktijk brengen, vallen die praktijken meer onder milieubeheer, zoals het sorteren van afval en besparen op hulpbronnen (energie, water en materiaal) dan onder een duurzaam of circulair economisch model. Daarnaast moet je je op duidelijke indicatoren baseren als je het aantal bedrijven in transitie wilt bepalen. In het kader van Shifting Economy werken verschillende teams aan die indicatoren en we zullen die heel binnenkort te weten komen. In afwachting daarvan kunnen we stellen dat de grote meerderheid van de bedrijven wil dat de economie verandert, zelfs al is er in de praktijk nog werk aan de winkel om de bedrijven duurzamer te maken. We merken wel dat het merendeel van de ondernemingen voor simpele dingen zoals afval sorteren, de vermindering van het energieverbruik enz. al mee op de kar van de transitie zit.

Maar kennen de Brusselse ondernemingen het concept transitie wel?

Wat de circulaire economie betreft, merken we een duidelijke vooruitgang aangezien in 2018 slechts 25% van de ondernemingen verklaarde het concept te kennen, terwijl dat in 2021 bijna 70% is! Voor het concept van sociaal ondernemerschap zijn de cijfers niet zo denderend. We stellen vast dat dat concept veel minder bekendheid geniet dan dat van de circulaire economie, hoewel het ouder is. Maar er is geen positieve correlatie tussen de kennis van concepten en acties, dus dat is niet het belangrijkst. Wat telt is de praktijken van de sociale economie zoals participatief bestuur, het nastreven van een maatschappelijk doel enz. in de praktijk omzetten.

Wat ontbreekt er om tot actie over te gaan? Wat zijn met andere woorden de hindernissen?

Meer dan 7 bedrijven op 10 zijn er zich van bewust dat we van economisch model moeten veranderen en dat de economie moet evolueren. Maar ze weten niet tot wie ze zich moeten wenden om tot actie over te gaan. Ze kennen de bestaande steunmaatregelen niet. We hebben werk voor de boeg om de informatie over de begeleiding en de gewestelijke financiële steun bij de transitie te verspreiden.

De barometer toont nochtans aan dat dat niet alleen van de overheidsdiensten afhangt …

Ja, de barometer toont mooi aan dat naast studie- en adviesbureaus de beroepsfederaties de bevoorrechte gesprekspartners zijn voor de bedrijven, net als boekhouders, sociale secretariaten, advocaten enz. Daarom is het belangrijk om onze samenwerking met die tussenpersonen te versterken. En aangezien sensibilisering via collega’s beter werkt, moeten we inzetten op inspirerende voorbeelden en de mensen die zich aansluiten bij de transitie in de kijker zetten. Veel ondernemers geven aan dat ze inspirerende voorbeelden nodig hebben om zich meer te engageren op sociaal en ecologisch vlak. Bepaalde ondernemingen zijn echter vragende partij voor meer juridische beperkingen om hen ertoe aan te zetten duurzamere economische modellen te hanteren. Het is altijd moeilijker om het uitblijven van actie te doorbreken als je het op je eentje moet doen.

Waren er nog interessante bevindingen in die laatste barometer?

Bijna de helft van de Brusselse ondernemingen is van mening dat ze een dienst aan de gemeenschap leveren. Voor iemand die rond sociale en democratische economie werkt is dat niet onbelangrijk. Voor de sector van de gezondheid en de sociale actie is dat geen verrassing, maar tal van economische actoren vinden terecht dat hun activiteit van nut is voor de gemeenschap. Als ze zich bewust zijn van de noodzaak van hun producten en diensten voor de maatschappij, is het een kwestie van achterhalen of ze zich ook bewust zijn van de sociale en ecologische impact die ze kunnen hebben (positief of negatief). Dat is iets waar we dieper naar willen proberen te graven bij volgende edities van de barometer.

Je bewust worden van je maatschappelijke impact maakt een economische activiteit eigenlijk zinvoller, toch?

Precies! Voelen dat je de gemeenschap een dienst bewijst maakt een economische activiteit zinvol want je krijgt het gevoel bij te dragen aan iets groters. Natuurlijk geeft iedereen een andere invulling aan ‘zinvol’. Maar het kan een interessante drijfveer zijn om te benutten om de transitie te stimuleren.

Voor meer informatie: https://barometer.shiftingeconomy.brussels/nl/