Brussel renoveren om het duurzamer te maken? Ja, met een circulaire logistiek!

Hoe kunnen we de ontwikkeling van de circulaire economie in de bouwsector stimuleren in het kader van de inspanningen om de gebouwen in het Brussels Gewest te renoveren? Dankzij het overleg van de actoren uit de sector konden prioriteiten onderscheiden worden: de opleiding van leerlingen en werknemers, financiële stimulansen voor hergebruik, en logistieke ondersteuning, centraal in de circulaire economie in een sterk verstedelijkte regio. Op logistiek vlak is de opslag de voornaamste uitdaging. Beetje bij beetje ontstaan er projecten in Brussel.

De Alliantie Renolution, die in 2021 het licht zag, brengt een honderdtal publieke en private organisaties en verenigingen samen die betrokken zijn bij de renovatiestrategie voor de gebouwen in het Brussels Gewest. Aangezien de bouwsector meer dan de helft van de broeikasgassen uitstoot, draagt hij een verantwoordelijkheid en is voor de sector een doorslaggevende rol weggelegd in de economische transitie van het Gewest. Shifting Economy stimuleert de ontwikkeling van een reële circulaire economie en de vermindering van de transporthinder. Het is dan ook noodzakelijk de ‘circularisering’ van de bouwsector vanuit logistiek oogpunt te begeleiden.

De opslag van de werfmaterialen: de voornaamste prioriteit

Een recente workshop rond circulaire economie en logistiek, die Renolution begin februari 2023 organiseerde, maakte het mogelijk om prioriteiten inzake circulaire economie en logistiek af te leiden, en toonaangevende projecten te identificeren. Eén woord lag op ieders lippen: ‘opslag’. Achter dat woord schuilt de grote uitdaging van de transitie van de Brusselse bouwsector.

Het project Brussels Construction Consolidation Centre, dat gefinancierd wordt door InnovIRIS, is in dat opzicht een uitstekend voorbeeld. Het is een ‘bufferzone’ waar de leveringen van bouwmaterialen per vrachtschip gelost worden en die de werven ‘just in time/just in place’ bevoorraadt met ‘geconsolideerde’ vrachtwagens, dus gevuld met uiteenlopende materialen die tegelijk geleverd worden op de werven naargelang de voortgang ervan.

De circuits voor hergebruik stimuleren

De logistiek van de werven verbeteren is dus van het grootste belang om de hinder als gevolg van het transport van werfmaterialen te beperken. Maar als de sector de overstap maakt naar de circulaire economie door recyclage of zelfs hergebruik van de materialen afkomstig van afbraakwerven te bevorderen, is het cruciaal om de logistieke drempels voor de uitrol ervan in het Gewest weg te nemen, met name wat de opslag betreft maar ook ruimtes om die materialen te verwerken.

Zo heeft de regionale werking van de federatie van bedrijven uit de bouwsector Embuild.brussels met het platform voor hergebruik een netwerk van actoren op poten gezet. In het kader van zijn opdrachten heeft dat platform een benchmarking van de bestaande fysieke hubs bestemd voor hergebruik in de bouw uitgevoerd en uit de conclusies komen met name de logistieke moeilijkheden naar voren. Embuild.brussels heeft ook een kanaal voor hergebruik van houten palletten opgericht door de multimodale logistieke dienstverlener Shipit en het maatwerkbedrijf Ateliers de Tertre te laten samenwerken.

Samen met MCB Atelier, dat gespecialiseerd is in houtbewerking, test Irisphère momenteel een hergebruikcircuit voor werfhout. “Om een gegarandeerde bron van werfhout te hebben werken we samen met De Meuter, de grootste sloopfirma voor gebouwen in het Gewest”, legt Laurie Verheyen, coördinatrice ‘circulaire economie’ bij citydev.brussels en coördinatrice van Irisphère, uit. Maar naast de opslag ligt de uitdaging ook in het vrijmaken van ruimte om de materialen die hergebruikt kunnen worden te behandelen. Die moeten immers in het beste geval gereviseerd worden, en in het slechtste geval verwerkt worden om op andere werven te kunnen dienstdoen. “Brussel heeft een logistiek platform nodig voor het beheer van de materialen afkomstig van de bouw- en afbraakwerven zodat die hergebruikt kunnen worden en opnieuw op de Brusselse markt terecht kunnen komen”, vat L. Verheyen samen.