Ah, Brussel! De Grote Markt, de voetgangerszone met de Beurs, die er trots staat te pronken, de Europese instellingen, het kosmopolitische karakter en de diversiteit, de wafels, een lichtjes schizofrene haat-liefdeverhouding waarbij sommigen de touwtjes van de hoofdstad zelf in handen willen houden en/of er een subgewest van willen maken. Brussel wacht niet af tot we ons ermee bezighouden en neemt zijn lot zelf in handen.
Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) is ervan overtuigd dat de financiële kosten van niets doen voor het klimaat veel hoger zullen uitvallen dan de kosten als we wel in actie komen. Met haar ambitieuze plan Shifting Economy zet de Brusselse regering die uitspraak om in de praktijk. Zoals elke doortastende ambitie lokt dit plan positieve reacties uit, maar ook ergernis en desinteresse. Het bestaat en het is an sich een cruciale stap om de sociale en ecologische uitdagingen volop te integreren in de ondernemingen en de Brusselse economie.
Als speler in de sociale economie is SAW-B, de federatie van bedrijven uit de sociale economie, trots om partner te zijn van dit overheidsbeleid en te zien dat de sociale economie erin opgenomen wordt. We moeten ondernemingen aansporen en uitnodigen om werk te maken van hun transitie, om de huidige uitdagingen aan te pakken en hun businessmodel zelf in handen te nemen. Zo kan het een antwoord bieden op de realiteit van het ontregelde klimaat en de beperkingen van onze planeet.
Hoe komen we tot bedrijven die economisch gezien sterk in hun schoenen staan en die anderzijds toch rekening houden met de beperkingen van de planeet en de sociale uitdagingen aanpakken? Die vraag staat centraal in de doelstellingen van Shifting Economy. Er bestaat geen eenvoudig antwoord op die kwestie. Van de resem uitdagingen waarmee we nog vooruitgang moeten boeken, willen we er één uitlichten: de sociale uitdagingen.
De sociale economie zet volop in op de sociale doeleinden maar houdt ondertussen ook de economische leefbaarheid in de gaten. Dat evenwicht is moeilijk te vinden, maar het kan. Bij die spanning tussen twee uitersten komt nog een derde aspect, want het draait er nu om de ecologische invalshoek op te nemen in de businessmodellen (wat sommigen al vlotjes doen). Het primaat van het sociale doel kan voor Shifting een inspiratiebron en een echte motor zijn. We kunnen laten zien hoe veelzijdig dat sociale doel is en hoezeer het de kaders van integratie, werk of welzijn overstijgt om individuele, collectieve en maatschappelijke vormen van emancipatie uit te spelen.
Maar de sociale bekommernissen en de effecten van dat doel mogen niet alleen tot uiting komen op basis van becijferde indicatoren, die tot een aantal dimensies beperkt zijn. Dan lopen we het risico dat we de deur openzetten voor een vorm van socialwashing, die afbreuk zou doen aan al het werk dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verzet heeft. We moeten ons ervan vergewissen dat de indicatoren die we hanteren divers zijn, transversaal, bedrijfsintern en -extern, dat we er samen met tal van actoren bij stilstaan om ervoor te zorgen dat ze relevant zijn en hun werk doen. Het is ook van belang om binnen de bedrijven uiteenlopende en kwalitatieve benaderingen te ondersteunen om de sociale impact te evalueren, om zo de innovatie in stand te houden.
Maar Shifting Economy kan zich niet alleen bezighouden met ondernemingen! Als ze volop tot haar recht wil komen moet ze aan de economie in de brede zin van het woord denken. Daarvoor moet ze het onderzoek en de actie in die verschillende domeinen opwaarderen en ondersteunen, om het hokjesdenken te overstijgen, antwoorden aan te reiken en aan te zetten tot reflectie over een economie die zowel sociaal als ecologisch is.
Jean-François Herz
Mededirecteur SAW-B
Société des Alternatives wallonnes et bruxelloises